Kenniskring PSA: ‘de invloed van AI en mentale belasting op werk’
Maandag 23 september 2025 vond de achtste bijeenkomst plaats van de kenniskring psychosociale arbeidsbelasting met als thema ‘de invloed van AI en mentale belasting op werk’.
De bijeenkomst werd geopend met een plenaire lezing door Djurre Das van het Sociaal Cultureel Planbureau. Djurre besprak de relatie tussen digitalisering en arbeid en algoritmisch management. Ongeveer 90% van de werkenden gebruikt technologie op de werkvloer. Het gebruik van technologie leidt tot veranderingen in werkprocessen. Waar vroeger gebruik van technologie vooral impact had op de fysieke belasting van werkenden, heeft technologie tegenwoordig ook veel impact op de sociaal-psychologische werkbelasting. Technostress neemt toe door complexiteit en overbelasting.
Djurre benadrukte het belang van bewust gebruik van technologie, met oog voor de risico’s en sociale gevolgen. Algoritmes bieden controle en inzicht in werkkwaliteit en welzijn, maar bereiken niet altijd het beoogde doel. Praktijkstudies tonen zowel positieve als negatieve effecten. Verantwoord gebruik vereist goede implementatiekeuzes, communicatie, transparantie en betrokkenheid van werknemers. TNO-onderzoek toont aan dat technologie taken vereenvoudigt, maar werk intensiever maakt en rustmomenten vermindert. Managementtaken kunnen ondersteund worden door technologie, maar samenwerking blijft mensenwerk. Tot slot werd de discussie aangehaald over monitoring van productiviteit en het belang van een vertrouwensrelatie met medewerkers.
Workshops
Na het plenaire gedeelte vonden er 4 verschillende workshops en een panelgesprel plaats:
Workshop Sociale robots in de retail: De toekomst van dienstverlening voor MKB-winkeliers?
Tijdens deze workshop besprak Ewout Nas (Hogeschool van Amsterdam) de inzet van sociale robots in de retail. Fysieke winkels hebben te maken met uitdagingen zoals personeelstekorten, druk op de dienstverlening en een groeiende voorkeur voor online winkelen. Daarom is onderzoek uitgevoerd naar de impact van sociale robots op het verminderen van werkdruk, nieuwe stressoren, invloed op sociale relaties, risico’s op psychosociale arbeidsbelasting en de rol van de werkgever. Uit het onderzoek bleek dat de acceptatie van sociale robots contextafhankelijk is en dat klanten over het algemeen positiever zijn over de inzet van robots dan werknemers. Medewerkers waren echter positief over de klantwaarderingen van de robots. Deelnemers discussieerden aan de hand van stellingen over de voor- en nadelen van AI en sociale robots in winkels.
Workshop Versneld van PSA-beleid naar praktijk met generatieve AI
Tim Goudriaan van AI Advies & Training leidde deze workshop, die zich richtte op het versnellen en vereenvoudigen van beleidsvorming door gebruik te maken van AI-tools zoals ChatGPT, Copilot en Perplexity. Hoewel deze tools veel taken kunnen vereenvoudigen, is het essentieel dat gebruikers beschikken over de juiste vaardigheden en expertise om ze effectief toe te passen. Deelnemers leerden een praktische methode om beleid snel te vertalen naar een implementatieplan, waarbij stappen zoals kennis vergaren, samenvatten, analyseren, vertalen en presenteren werden gevolgd. Tijdens de sessie werkten deelnemers in groepjes met specifieke AI-prompts om van een publicatie tot concrete hulpmiddelen te komen, zoals tools, checklists en interventies. Door het stappenplan te volgen, kunnen beleidsmakers tot 80% van een plan ontwikkelen, waarna menselijke input het plan verder verfijnt. Zo kan efficiënter worden gewerkt aan beleidsontwikkeling.
Workshop “Onderweg naar Morgen”: Kwaliteit van werk in het AI-tijdperk
Maria Peeters en Toon Taris van de Universiteit Utrecht bespraken de vijf pijlers (big five van werk) die bepalend zijn voor de kwaliteit van werk: autonomie, sociale steun, redelijke taakeisen, competenties en ontwikkeling, en zekerheid en veiligheid. AI biedt zowel kansen (meer autonomie, meer leerpotentieel) als risico’s (sociaal isolement, werkintensivering) voor elk van deze pijlers. Het succes van AI hangt af van het werkontwerp en de betrokkenheid van alle spelers (arboprofessionals, HR, leidinggevenden, beleidsmakers en onderzoekers). Deelnemers dachten actief na over manieren om de kansen van AI te benutten en tegelijkertijd de risico’s te beperken. Suggesties van deelnemers waren onder andere het opnemen van AI in de RI&E en PSA-surveys, het stellen van richtlijnen en kaders voor gebruik, goed leiderschap, duidelijke communicatie en meer onderzoek naar de impact van AI op de hersenen
Workshop Technologie Impact Methodiek (TIM)
Wouter van der Torre en Kathelijne Bax (TNO) lichtten de TIM (Technologie Impact Methodiek) toe aan de hand van voorbeelden uit het gemeentelijk domein (Parkeerscan bij de gemeente Utrecht) en de softwarebranche. De methode helpt bij het analyseren van de impact van technologie op verschillende niveaus binnen een organisatie, bijvoorbeeld op het proces, de producten en diensten van de organisatie, de taken & kwaliteit van het werk. De essentie: Maak een goede analyse over de manier waarop je technologie in je organisatie inregelt zodat de technologie bijdraagt in plaats van afbreuk doet aan het werk van de medewerkers.
Hierna werkten deelnemers in groepjes aan casussen. Een belangrijke discussie was wat een bedrijf doet met de tijdswinst die technologie oplevert: teruggeven aan de medewerker of vullen met meer werk, wat de productiviteit verhoogt maar mogelijk ook de werkdruk.
Panelgesprek
In het panelgesprek gingen de drie panelleden Wouter van der Torre (Onderzoeker TNO), Annemarie Koks (Cluster coördinator SZW) en Tim Goudriaan (AI Advies & Training) met elkaar en het publiek in gesprek aan de hand van drie scherpe stellingen.
Stelling 1: AI wordt onze ondergang of onze redding
Het panel voerde voor beide kanten argumenten aan:
- AI als redding: Het biedt comfort, gemak en ondersteuning. Mits goed vormgegeven, kan AI veel bijdragen aan werk en samenleving. Wel is het belangrijk om het algemeen belang te bewaken boven commerciële belangen.
- AI als risico: Er zijn zorgen over technologische afhankelijkheid, verlies van cognitieve vaardigheden en mentale belasting. AI kan misbruikt worden en roept vragen op over ethiek en controle.
De discussie ging onder meer over hoe AI jongeren beïnvloedt, zoals minder vragen stellen door gebruik van tools als ChatGPT. Het onderwijs moet jongeren voorbereiden op een AI-gedreven arbeidsmarkt en hen bewust maken van hun eigen verantwoordelijkheid. De conclusie was dat hoewel AI is een verlengstuk van de mens kan zijn, de menselijke samenwerking en kritisch denken onmisbaar blijven.
Stelling 2: Zowel werknemers als werkgevers zijn onvoldoende voorbereid op de AI revolutie
Bij deze stelling werd met name dieper ingegaan op dat AI een bedreiging vormt voor stagiairs en junior medewerkers in kenniswerk; is er nog voldoende werk voor hen?’ De discussie in het panel bracht verschillende inzichten naar voren:
- AI automatiseert steeds meer kenniswerk, waardoor de positie van stagiairs en junioren onder druk komt te staan.
- Zowel individuen als organisaties dragen verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige integratie van AI.
- In veel organisaties ontbreekt een duidelijk AI-beleid, of medewerkers zijn niet op de hoogte van het bestaande beleid.
- Sommige bedrijven weren AI nog actief, wat de ontwikkeling van medewerkers belemmert.
- De AI-verordening verplicht organisaties vanaf februari 2025 tot AI-geletterdheid bij het ontwikkelen of gebruiken van AI-systemen.
- Er is beleid nodig om data intern te houden en medewerkers te stimuleren AI effectief te gebruiken.
- De discussie riep ook vragen op over de grenzen van AI-toepassingen: wat willen we mogelijk maken en waar trekken we de lijn?
Stelling 3: Beleid is te traag om gezonde AI te ondersteunen
Het panel benoemt dat technologische ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) sneller gaan dan het beleid dat nodig is om deze ontwikkelingen verantwoord te begeleiden. Er is een duidelijke spanning tussen maatschappelijk belang en commerciële motieven. Het stellen van duidelijke kaders is volgens het panel essentieel, zowel op nationaal als internationaal niveau. Internationale concurrentie en verschillen in naleving van normen maken het lastig om uniforme richtlijnen te hanteren. Tegelijkertijd kan te traag beleid innovatie belemmeren, wat zowel nationaal als internationaal gevolgen heeft. Versnelling van beleidsvorming rondom AI is noodzakelijk om het werkbaar en verantwoord te houden. Ondanks technologische vooruitgang blijft de behoefte aan menselijk contact bestaan en moet dit een centrale plek behouden in AI-gerelateerde besluitvorming.