De 4 workshops
Workshop NJR
Anika Kempen van de Nationale Jeugdraad heeft een workshop begeleid die erop gericht was om het jongerenperspectief op werk beter te begrijpen. De workshop begon met een brede discussie over een aantal prikkelende stellingen zoals: “Jongeren van nu ervaren net zoveel stress en druk als jongeren 30 jaar geleden”. Enkele reacties uit de groep gingen erover dat jongeren veel eisen omdat ze vanwege vergrijzing het gevoel hebben dat ze makkelijk aan werk kunnen komen. Daarnaast werd opgemerkt dat werk een grote rol heeft als het gaat over persoonlijke ontwikkeling van jongeren. Tot slot werd opgemerkt dat vacatureteksten veel beloven en jongeren graag leuk werk willen. Na de discussie volgde een oefening met een casus waarin deelnemers werden aangemoedigd een gesprek te voeren waarin de behoeften van zowel werkgevers als werknemers aan bod kwamen.
SWOM workshop
In deze workshop werden allereerst de doelstellingen van Studeren en Werken op Maat (SWOM) gepresenteerd. Daarna gingen de deelnemers zelf aan de slag met een casestudy.
SWOM helpt jongvolwassenen (doelgroep tussen de 16 en 30 jaar) concreet bij transitiemomenten door het wegnemen van systeemdrempels en realiseert daarmee duurzame banen in een breed scala aan type functies en vakgebieden. Bij SWOM gaan ze in gesprek met de jongere en werkt de jongere samen met een job coach om een nieuwe baan te vinden. Deze job coach gaat bijvoorbeeld ook mee naar een sollicitatiegesprek, als daar behoefte aan is. Door middel van een praktijkvoorbeeld over “Edo” is verteld hoe SWOM te werk gaat. Edo heeft verschillende psychische klachten gehad en heeft daardoor moeite om een baan te behouden. Door goede begeleiding van SWOM heeft Edo uiteindelijk de juiste baan gevonden waar hij zijn talenten optimaal kan inzetten. SWOM kijkt hierbij naar de faciliteringsbehoefte en vitaliteit van Edo.
Na deze inleiding is de groep uit elkaar gegaan in tweetallen om na te denken over de eigen faciliteringsbehoeftes en hoe je een gesprek hieromheen aan kan gaan.
Workshop Trimbos
Vanuit het Trimbos-instituut ontwikkelen we een generieke leidraad, in opdracht vanuit VWS/ZSW om mentale gezondheid aan te pakken binnen organisaties. Dit doen we aan de hand van de WHO richtlijnen. In deze workshop wilden we de deelnemers uitleggen wat deze brede aanpak inhoudt en hoe je deze in kan zetten binnen jouw organisatie. Dit hebben we gedaan aan de hand van drie casussen van jonge medewerkers.
De organisatie brede aanpak gaat uit van een continuüm van mentale gezondheid. We richten ons op voorkomen, optimaliseren en ondersteunen. Voortgekomen uit de richtlijnen van de WHO. Deze kun je op drie verschillende aanpakken. Individueel, team en organisatorisch niveau.
Met behulp van mentimeter zijn we in gesprek gegaan met de groep om te bespreken hoe we de personen uit de casussen het beste kunnen helpen. Er kwamen goede vragen uit het publiek en dit leidde tot nieuwe inzichten.
Workshop RIVM, TNO & SZW
In de workshop georganiseerd door TNO en SZW was de centrale doelstelling om de impact van toekomstige ontwikkelingen (bv. vergrijzing, arbeidsmarkt schaarste, flexwerkers, platformwerk, AI, hybride werken, prestatiedruk) op de psychosociale arbeidsbelasting van jonge werkenden te bespreken.
Allereerst werd het werkmodel over de toekomstige ontwikkelingen van TNO plenair besproken. Vervolgens werden er verschillende groepjes gevormd om dieper in te gaan op de toekomstige ontwikkelingen en welke positieve en negatieve effecten die zullen hebben op de arbeidsmogelijkheden van jonge werkenden.
Een deelonderwerp was bijvoorbeeld arbeidsmarktkrapte. Deze ontwikkeling zorgt aan de ene kant ervoor dat jonge werkenden veel kansen hebben op de arbeidsmarkt en veel kunnen eisen op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Aan de andere kant zorgt de krapte ervoor dat er een grote werkdruk is en dat jonge werkenden niet goed begeleid worden tijdens het inwerken, waardoor er een grote kans is dat zij uitvallen of stoppen met werken.
Panel gesprek
Bij het panelgeprek zijn 4 stellingen/vragen besproken door het panel bestaande uit: Annemarie Koks (cluster coördinator SZW), Marjan Heitman (eigenaar en coach DSG Leadership & Advise4life), Yumi de Boer (jonge werkende), Marieke van Hoffen (bedrijfsarts HumanCapitalCare) en Malte van Veen (onderzoeker TNO)
De stellingen waren als volgt:
- De nieuwe generatie kan niks meer aan en is verwend
Het panel is het er niet mee eens dat de nieuwe generatie niks meer aan kan en verwend is. De nieuwe generatie is juist vaak bewust bezig “gelukkig zijn”, kiezen er bewust voor om soms parttime te werken en daarnaast nog andere dingen te doen, en zijn bezig met idealen zoals het verbeteren van de wereld. De nieuwe generatie wilt hier juist energie in steken en willen wel degelijk werken. Echter moeten we oppassen dat we jonge mensen over één kam scheren, er zijn ook genoeg jonge werkenden die niet de keus hebben om bijvoorbeeld part time te werken.
- Zijn de redenen waarom jonge werkenden uitvallen veranderd?
De nieuwe generatie moet veel ballen hoog houden en hebben te maken met veel externe stressors (denk hierbij aan de huizenmarkt, klimaatcrisis, social media), vergeleken met vorige generaties is dit een verschil. Ook is het bewustzijn rondom burn-out vergroot, waardoor het misschien eerder wordt (h)erkend.
- Ervaren jonge werkenden een stigma?
Jonge werkenden ervaren zeker een stigma, en deze is niet altijd terecht. Echter heeft elke generatie te maken met een stigma. Soms moet je daar ook mee dealen. Vergeleken met vorige generaties is bij de nieuwe generatie (voor een groot deel) een veranderd arbeidsethos, terwijl er wel nog gewerkt wordt in een organisatiecultuur van vorige generaties. Hierdoor kunnen jonge werkenden sneller een “verkeerde” werkethiek laten zien voor de oudere generaties.
- Waar ligt de verantwoordelijkheid?
Er wordt gesproken over de rol van ouders (curling ouders) en over (het gebrek aan) de verbinding tussen de klinische en ontwikkelingspsychologie. De overheid heeft een bijzondere rol qua verantwoordelijkheid gezien zij dingen zelf faciliteren, maar ook verantwoordelijkheden beleggen. Het is vooral belangrijk dat alle partijen (overheid, kenniscentra, koepelorganisaties, werkgevers, werknemers, individu etc…) samen de verantwoordelijkheid nemen. Extra nadruk wordt gelegd op de rol van leiderschap en de individuele benadering naar een jonge werkende toe. Er ligt een sleutelrol bij de manager. Daarnaast wordt nog gesproken over het belang van een positieve benadering rondom dit onderwerp.